De verborgen kinderarbeid van de zorg

We verbieden kinderarbeid in wetten. We verafschuwen het in geschiedenislessen. Maar in de zorg gedogen we het. We noemen het alleen mantelzorg.

Er zijn kinderen in Nederland die hun sport opzeggen,
niet omdat ze geen zin hebben,
maar omdat hun moeder anders niet gedoucht kan worden.

Dit gebeurt niet “in probleemgezinnen”.
Het gebeurt in keurige wijken, op hockeyclubs, in havo-klassen.
Kinderen die zorg overnemen omdat systemen uitvallen
en volwassenen wegkijken.

Dit gaat niet over helpen met de vaatwasser.
Dit gaat over kinderen die zorg, verantwoordelijkheid en emotionele last dragen
vóór hun brein, lichaam en systeem daar klaar voor zijn.

In beleid heet het dan: “eigen kracht”
en “het netwerk eerst benutten.”

Maar in de ontwikkelingspsychologie heet het iets heel anders:
▸ vroegkinderlijke parentificatie
▸ een zenuwstelsel in permanente waakstand
▸ een identiteit die te vroeg wordt ingeruild voor verantwoordelijkheid

Een kinderbrein ontwikkelt zich altijd
maar onder chronische zorgstress ontwikkelt het anders:
minder veiligheid, spel en zelfgevoel.
Meer waakstand, zorgen en overleven.
Die verschuiving laat later sporen na:
in lichaam, gezondheid en of identiteit.

Ik was twaalf toen mijn zorgsysteem aanging.
Ik hielp. Ik presteerde. Ik voelde niet. Tien jaar lang.
Toen mijn vader overleed, stopte de zorg.
maar mijn lichaam vergat niets.

Vijf jaar volledige uitval.
Auto-immuunziekte. Chronische stress.

Dit is geen mantelzorgprobleem.
Dit is een zorgsysteem dat op kinderen terugvalt wanneer het tekortschiet.
En dat heet niet ‘eigen kracht’, maar chronische stressbelasting.

In De Kwestie (NPO, 1 november) zien we het ongefilterd:
Een 14-jarige jongen die met stickers een zorgschema maakt.
Een gemeenteambtenaar die zegt:
“Dan moeten de kinderen maar stoppen met sporten of werken.”

Dat is geen beleid.
Dat is grensoverschrijding in beleidsvorm.

Want zodra het zenuwstelsel in overlevingsstand schiet,
werkt geen motivatie, geen compliment, geen “zorg goed voor jezelf”.
Preventie begint niet bij woorden
maar bij zenuwstelsel-ontlasting.
Herstel begint niet bij empowerment
maar bij veiligheid.

Daarom bouwen wij bij MantelDragers trainingen die vier pijlers combineren:
🟢 Lichaam: regulatie, ontlading, adem met lichaamswerk
🟢 Verbinding: co-regulatie in een community die meedraagt
🟢 Psyche: taal en duiding zodat het verhaal klopt én landt
🟢 Hart: ruimte voor rouw, loyaliteit, liefde en schuld zonder oordeel

Dat is geen luxe.
Dat is noodzaak.

Een diepe buiging voor alle kinderen die te vroeg volwassen werden of worden.
Die anderen overeind houden terwijl hun eigen zenuwstelsel geen rust krijgt. We zien jullie.

Previous
Previous

Van applaus naar meedragen: de echte verandering die mantelzorgers nodig hebben

Next
Next

We breken in stilte: hoe een land van zelfredzaamheid vastloopt op menselijkheid