We breken in stilte: hoe een land van zelfredzaamheid vastloopt op menselijkheid

We praten deze verkiezingen over grenzen, geld en groei. Maar niet over de mensen die onzichtbaar breken.

Er voltrekt zich een stille crisis.
Niet van ziekte maar van uitputting.
Niet alleen in ziekenhuizen of verpleeghuizen,
maar in huiskamers, op werkvloeren, in mensen zelf.

We hebben een land gebouwd op zelfredzaamheid
alsof ieder mens zijn eigen vangnet is.
Maar dat vangnet is dunner geworden dan ooit.

Niet omdat mensen niet meer willen zorgen
maar omdat ze het niet meer kunnen
binnen de grenzen van een systeem
dat efficiëntie boven nabijheid is gaan stellen.

In het AD stond het gister zwart op wit:
mantelzorg hoort nu bij de top tien oorzaken van privé-stress.

Dat is geen toeval.
We zijn een samenleving geworden
waarin iedereen moet dragen
maar bijna niemand nog wordt gedragen.

De zorg is vol.
De wachtlijsten zijn lang.
Gemeenten uitgeput.
En de mensen die tussen wal en schip vallen
dat zijn wij allemaal.
Want vroeg of laat
wordt ieder mens mantelzorger.

En wie dat ooit was, weet hoe stil die strijd vaak gevoerd wordt.
Als kind, partner, ouder, vriend of collega.
En het systeem dat we gebouwd hebben,
is daar niet op ingericht.

We hebben autonomie verheven tot hoogste goed
en afhankelijkheid tot persoonlijk falen verklaard.

Maar ons lichaam kent die logica niet.
Een zenuwstelsel reguleert zich niet in isolatie.
Het kalmeert in nabijheid,
in veiligheid, in samen.

Dat is geen poëzie.
Dat is biologie.

We vertrouwden zorg toe aan systemen,
maar vergeten dat zorg begint in mensen.
We hebben verantwoordelijkheden verdeeld,
maar verbondenheid nooit georganiseerd.
We hebben beleid gemaakt,
maar te weinig ruimte behouden voor menselijkheid.

En dus lopen we vast in onze eigen logica.
Niet omdat het systeem stuk is
maar omdat het gebouwd is op een mensbeeld
dat vraagt te blijven dragen tot het breekt.

Voor wie nu al overloopt:
dit is niet jouw falen.
Dit is een samenleving
die haar eigen draagkracht overschrijdt.

De toekomst van de zorg begint niet met geld of beleid
maar met bewustwording.
Met de moed om afhankelijkheid
weer te zien als iets menselijks.

Want de maat van een beschaving
is niet hoeveel ze produceert
maar hoeveel ze kan dragen.
En hoe zacht ze draagt.

Wat denk jij?
Hoe maken we zorg weer menselijk
in een wereld die steeds minder tijd heeft voor nabijheid?

Previous
Previous

De verborgen kinderarbeid van de zorg

Next
Next

De zorg is dichtgeregeld: over regels, vertrouwen en de ziel van de zorg