De zorg is dichtgeregeld: over regels, vertrouwen en de ziel van de zorg

Ze heet mevrouw De Wit. En ze lag daar. Uitgedroogd. Verward. Alleen. Niet omdat er geen zorg was, maar omdat zorgverleners moesten wachten.

Op toestemming.
Op een handtekening.
Op een systeem dat ooit bedoeld was om kwaliteit te borgen
en nu soms menselijkheid belemmert.

“We hebben de verpleegkundigen wel,
maar ze zijn zo weg georganiseerd
dat ze in overleg na overleg zitten.”
— wijkverpleegkundige Jennifer Bergkamp, Tijd voor Max.

In één zin legde ze de kern bloot van een dieper probleem:
Niet te weinig regels,
maar te weinig ruimte.

We hebben de zorg niet stukgemaakt.
We hebben haar dichtgeregeld.

In onze poging om kwaliteit te bewaken,
hebben we de menselijke maat verwaarloosd.

En dat is de paradox van dit tijdperk:
hoe meer we controleren,
hoe minder we vertrouwen.
Hoe meer we vastleggen,
hoe minder we werkelijk zien.

Regels zijn niet de vijand.
Ze beschermen. Ze borgen veiligheid.
Maar wanneer regels belangrijker worden dan relaties,
wanneer vertrouwen wordt vervangen door formulieren,
verliezen we de ziel van de zorg.

We noemen het transparantie.
Maar het is wantrouwen met een mooiere naam.

We noemen het verantwoording.
Maar het is een dossier dat zwaarder weegt dan de dialoog.

“Langer thuis wonen” klinkt warm en wenselijk.
Maar thuis is geen verpleeghuis.

Thuis is een trap die te smal is voor een rolstoel.
Een dochter die tillift werd.
Een mantelzorger die te weinig slaapt
en nergens kan vallen.

Thuis is geen instelling,
maar een plek vol liefde, grenzen en vermoeidheid.

Wat bedoeld was als keuzevrijheid,
werd in de praktijk een verschuiving van zorglast:
van systeem naar gezin,
van collectieve verantwoordelijkheid
naar individuele draagkracht.

De zorg lijdt niet aan een gebrek aan regels,
maar aan een gebrek aan vertrouwen.
Aan systemen die risico’s willen uitsluiten
in plaats van relaties mogelijk maken.

Zonder kaders geen veiligheid.
Maar zonder vertrouwen geen zorg.
En zonder menselijkheid geen betekenis.

De echte vraag is niet óf we moeten meten,
maar wat we durven loslaten.

Want betekenis laat zich niet vangen in een format.
En nabijheid laat zich niet begroten.

De zorg is niet te duur.
Ze is te verdeeld.
Te vaak georganiseerd rond wantrouwen in plaats van wijsheid.

Zolang de professional zijn deskundigheid moet bewijzen
in plaats van belichamen,
blijft het systeem ziek van controle.

“Het leven eindigt niet bij de dood,
maar bij het verliezen van betekenis.”
— Jennifer Bergkamp

En dat is de vraag die we onszelf moeten stellen:
Hoeveel betekenis kunnen we missen
in de naam van efficiëntie?
Misschien is dat de echte zorgcrisis.

Hoe vaak moest jij wachten terwijl er eigenlijk gewoon iemand nodig was?

Previous
Previous

We breken in stilte: hoe een land van zelfredzaamheid vastloopt op menselijkheid

Next
Next

Van roofbouw naar herstel: wat mijn lichaam me leerde over grenzen, stress en mildheid