Wat er gebeurt als je geen kind hebt dat in de zorg werkt?
“Mijn kinderen zijn overleden,” zei ze.
De arts knikte. En zei: “Dan vraagt u uw kleinkinderen toch?”
Dit vertelde mijn oma me vandaag.
Ze is 85.
Ze krijgt binnenkort een nieuwe heup
omdat ze zeer slecht ter been is.
En ligt nu wakker van hoe het na de operatie
zal gaan.
Ze is bij de tijd.
Zelfstandig.
Geen internet, geen laptop,
maar wel helder van geest.
Geen kinderen meer.
Wel twee kleinkinderen.
Mijn broer en ik.
We springen bij waar we kunnen,
naast werk, zorg, agenda’s die al uitpuilen.
Na de operatie mag ze naar huis.
Dat is al besloten.
Er komt dan thuiszorg. Twee keer per dag.
Alsof dat voldoende is.
Voor iemand van 85, net geopereerd, slecht ter been,
die in de eerste dagen waarschijnlijk
niet zelfstandig uit bed komt,
laat staan zichzelf verzorgt.
Een zorghotel zou logischer zijn.
Maar dat moet je zelf regelen.
Zelf aanvragen. Zelf bedenken.
En daarvoor heb je één ding nodig: een operatiedatum.
Die is er niet. Alleen een wachtlijst.
Wij hebben zelf een mantelzorgmakelaar gebeld.
Niet omdat het ziekenhuis dat aanraadde.
Niet omdat iemand het noemde.
Maar omdat ik de mantelzorgwereld ken
en toevallig weet dat ze bestaan.
Mantelzorgmakelaars zijn er juist voor dit soort situaties.
Om overzicht te geven.
Mee te denken.
Rust te brengen.
Maar dat woord viel nergens.
Niet in het gesprek.
Niet in de informatie.
Niet toen mijn oma vertelde dat haar kinderen zijn overleden.
En zelfs toen we de mantelzorgmakelaar
zelf benaderden,
zei ze: “Zonder operatiedatum kunnen we minder regelen.
Want dan lopen we achter de feiten aan.”
En dus ligt mijn oma wakker.
Niet van de operatie.
Maar van wat daarna moet gebeuren.
Van het gevoel dat ze straks
zelf alles moet regelen
zonder overzicht, zonder hulp,
en zonder te weten hoe.
Dit gebeurt vaker dan we denken.
Ouderen zonder netwerk, zonder digitale toegang,
die nog niet eens weten wanneer ze geopereerd worden,
maar van wie wel al wordt verwacht
dat ze alles klaarzetten voor daarna.
Geen datum. Geen plan.
En niemand die vraagt
of ze weten hoe dat moet.
Of er iemand is die dat met hen kan regelen.
Niet iedereen heeft een familielid dat toevallig in deze wereld werkt.
Niet iedereen weet dat er hulp is.
En het systeem vertelt het hen ook niet.
Zorg hoort geen doolhof te zijn.
En herstel mag nooit afhangen
van wie je nog hebt.
Hoe kan het dat juist de mensen die zorg het hardst nodig hebben, zelden weten waar ze terechtkunnen?
Britt Frinking en Saar Ariel
We zijn ook te vinden op Instagram, Facebook en Tiktok:
voor dagelijkse (h)erkenning, psychologische inzichten en lichaamsgerichte tools!