Zolang we blijven rekenen op onzichtbare zorg, verliest uiteindelijk iedereen

De maatschappelijke prijs van structurele overbelasting bij mantelzorg: waarom preventie geen luxe is, maar urgent beleid

Ze zorgen. In stilte.
Ze slapen licht, denken vooruit en schuiven hun eigen grenzen op.
Niet tijdelijk. Niet uit plicht, maar uit liefde.
Alleen: ook liefde kent haar grenzen.

Mantelzorgers vormen de stille pijlers van ons zorgsysteem.
In Nederland zorgen ruim vijf miljoen mensen voor een naaste (Ecorys, 2019). Hun inzet vertegenwoordigt een maatschappelijke waarde van meer dan €20 miljard per jaar (Ecorys, 2019).

Toch verkeert deze groep in een groeiende crisis:

  • Bijna 50% geeft aan de zorgsituatie mentaal nooit los te kunnen laten (Ecorys, 2019).

  • 19% voelt zich zwaar belast (Centraal Bureau voor de Statistiek [CBS], 2024).

  • 460.000 mantelzorgers ervaren gezondheidsklachten door langdurige stress (Ecorys, 2019).

En zolang we blijven rekenen op deze stille loyaliteit, verplaatsen we de rekening:
Naar de huisarts. Naar de verzuimcijfers. Naar het gezin. Naar de samenleving.

Wanneer het lichaam niet meer afschakelt

Bij MantelDragers spreken we mantelzorgers die niet alleen moe zijn,
maar al maanden of jaren functioneren in een toestand van chronische overbelasting:

  • Slapen zonder herstel

  • Geen ruimte in hoofd of lijf voor rust

  • Emotionele afvlakking

  • Lichamelijke spanningen en uitputting

Psychologisch gezien is dit een toestand van chronische stress:
het zenuwstelsel blijft langdurig actief, met aantoonbare gevolgen voor het immuunsysteem, de hormonale balans en emotieregulatie.

Zorg dragen wordt dan geen bewuste keuze meer, maar een overlevingsmodus:
een toestand waarin het lichaam niet meer afschakelt, zelfs niet als de zorg even stopt.

Als professional zie je dit dagelijks

Je herkent het in gesprekken met dochters, partners, kleinkinderen.
In de twijfel tussen liefde en uitputting.
In loyaliteit die grenzen overschrijdt.

Je probeert te signaleren, te ondersteunen, te beschermen.
Maar wat als het systeem waarin je werkt structureel te laat reageert?

Casus: Marloes (46)

Marloes zorgt sinds drie jaar voor haar moeder met dementie.
Ze werkt 32 uur als apothekersassistente.
’s Nachts wordt ze twee à drie keer wakker. Overdag combineert ze zorg, werk, gezin en administratie.

Wat begon als liefdevolle betrokkenheid, werd overleven.
Ze meldt zich ziek met paniekklachten, geheugenverlies en lichamelijke uitputting.

Marloes is geen uitzondering.
Ze is de realiteit van een samenleving die rekent op onzichtbare zorg, tot het misgaat.

Wat hebben mantelzorgers écht nodig?

De gevolgen van chronische mantelzorgdruk raken iedereen:

  • Werkgevers → uitval, verminderde inzetbaarheid

  • Zorgsector → verhoogde zorgconsumptie, GGZ-aanmeldingen

  • Beleidsmakers → toenemende druk op Wmo, WIA en informele zorgstructuren

  • Gezinnen → ontwrichting, relatieproblemen, sociaal isolement

Volgens Ecorys (2019) leidt mantelzorgstress tot hoge maatschappelijke kosten, zowel psychologisch als economisch.
Toch blijven interventies vaak beperkt tot ad-hoc ondersteuning of praktische voorzieningen.

Wat nodig is, is beleid dat structureel inzet op:

1. Psychologische belasting zichtbaar maken

Ontwikkel screeningsinstrumenten op de werkvloer, in de wijk en binnen gemeenten.

2. Begeleiding vóór de uitval

Niet pas als vangnet, maar als groeipad.
Training, psycho-educatie en lichaamsgericht herstel kunnen mantelzorgers helpen duurzaam inzetbaar te blijven.

Onderzoek toont aan dat het versterken van twee domeinen cruciaal is voor gezondheid op de lange termijn:

  • Welbevinden verlaagt stress, angst en depressie (Fredrickson, 2001; Keyes, 2002), versterkt het immuunsysteem (Ryff & Singer, 1998; Keyes & Simoes, 2012) en verlaagt werkgerelateerd verzuim (Keyes & Grzywacz, 2005).

  • Emotionele intelligentie (EI): Helpt emoties reguleren, beschermt tegen burn-out en verhoogt veerkracht (Mayer & Salovey, 1997; Zeidner et al., 2012). EI bevordert relaties en sociale steun (Goleman, 1995; Sánchez-Álcarez et al., 2016), zorgt ervoor dat mensen flexibel kunnen omgaan met veranderingen (Schneider et al., 2013) en is een goede voorspeller van welbevinden (Davidson et al., 2000; Sánchez-Álvarez et al., 2016) , wat de complémentaire werking van beide eigenschappen onderstreept.

Onze training bij MantelDragers richt zich daarom op het versterken van deze twee pijlers:
veerkracht via welbevinden en lichaamsbewuste emotionele intelligentie.

3. Mantelzorg bespreekbaar maken op de werkvloer

Integreer het in vitaliteitsbeleid, coaching en teamcultuur.

4. De heldencultuur doorbreken

Mantelzorg is geen roeping. Het is een zware taak die professionele ondersteuning verdient.

Tot slot

Mantelzorgers zijn geen hulpverleners met een pauzeknop.
Ze zijn mensen.
Vaak moe, loyaal en overbelast.
En onmisbaar.

Bij MantelDragers maken we hun verhaal zichtbaar.
Niet om medelijden op te roepen.
Maar om verandering aan te jagen.

Zorg mag nooit de reden zijn dat iemand zichzelf verliest.

“Onzichtbare zorg leidt tot voorspelbare schade. En voorspelbaar betekent: vermijdbaar.”

Wat kunt u doen?

Bent u HR-professional, beleidsmaker, casemanager of werkt u met mantelzorgers?

Laten we samen zorgen dat preventie geen bijzaak blijft.
📩 info@manteldragers.nl
🌐 www.manteldragers.nl
🔗 Volg ons via LinkedIn of Instagram @MantelDragers

Bronvermelding

  1. Centraal Bureau voor de Statistiek. (2024). Vader en moeder op leeftijd: Aantal mantelzorgers en ervaren belasting. Statistische Trends 2024.

  2. Ecorys. (2019). De maatschappelijke waarde van mantelzorg. In opdracht van MantelzorgNL.

  3. Fredrickson, B. L. (2001). The role of positive emotions in positive psychology. American Psychologist, 56(3), 218–226.

  4. Goleman, D. (1995). Emotional intelligence: Why it can matter more than IQ. Bantam Books.

  5. Keyes, C. L. M. (2002). The mental health continuum: From languishing to flourishing. Journal of Health and Social Behavior, 43(2), 207–222.

  6. Keyes, C. L. M., & Grzywacz, J. G. (2005). Health as a complete state. Journal of Occupational and Environmental Medicine, 47(5), 523–532.

  7. Keyes, C. L. M., & Simoes, E. J. (2012). Positive mental health and all-cause mortality. American Journal of Public Health, 102(11), 2164–2172.

  8. Mayer, J. D., & Salovey, P. (1997). What is emotional intelligence? In P. Salovey & D. Sluyter (Eds.), Emotional development and emotional intelligence (pp. 3–31). Basic Books.

  9. Ryff, C. D., & Singer, B. (1998). The contours of positive human health. Psychological Inquiry, 9(1), 1–28.

  10. Sánchez-Álvarez, N., Extremera, N., & Fernández-Berrocal, P. (2016). Emotional intelligence and well-being. The Journal of Positive Psychology, 11(3), 276–285.

  11. Schneider, T. R., Lyons, J. B., & Khazon, S. (2013). Emotional intelligence and resilience. Personality and Individual Differences, 55(8), 909–914.

  12. Zeidner, M., Matthews, G., & Roberts, R. D. (2012). The emotional intelligence, health, and well-being nexus. Applied Psychology: Health and Well-Being, 4(1), 1–30.

Previous
Previous

Wanneer loyaliteit pijn gaat doen.

Next
Next

De onzichtbare krachten en kosten van mantelzorg