Tussen operatietafel en thuis: de onzichtbare crisis in onze nazorg

Over 36 uur ligt mijn oma op de operatietafel
voor een nieuwe heup. Maar nog niemand weet waar ze daarna moet slapen. Niet zij. Niet wij. Niet het ziekenhuis. Niet de mantelzorgmakelaar.

85 jaar
Alleenstaand.
Geen kinderen meer.
Geen partner.
Alleen twee kleinkinderen.

De operatiedatum is eindelijk geregeld.
De medische kant staat.
Maar waar ze woensdagnacht slaapt?
Dat weet nog steeds niemand.
Want de opvang ná de operatie
hangt af van één meetmoment op dag 1:
Kunt u zelfstandig naar het toilet?

Ja?
Dan gaat ze naar huis.
Naar haar stille appartement.
Met twee thuiszorgmomenten per dag.
De rest moet de familie opvangen.
Ook als die er amper of niet is

Lukt het haar niet?
Dan probeert het ziekenhuis iets te regelen.
Misschien een revalidatieplek.
Misschien honderd kilometer verderop,
want het is vakantietijd. Alles zit vol.

En als je geld hebt:
een zorghotel van 150 tot 200 euro per nacht.
Wie om informatie vraagt,
krijgt dan een mail vol afkortingen:
VPT. MPT. CIZ. PGB.
Taal die je eerst moet ontcijferen
om de juiste vragen te stellen.

En intussen?
Staan wij paraat.
Mijn broer met een fulltime baan en een baby.
Ik met een volle werkweek.
We willen plannen, regelen, helpen,
maar weten niet wat, wanneer of voor hoelang.

Zelfs professionele hulplijnen
staan nu in de wacht.
Tot het ziekenhuis kiest.
Tot die tijd hangen ook hun mogelijkheden
in het luchtledige.

We kregen de volgende tip tientallen keren:
Haal haar niet op.
Dan moet het ziekenhuis iets regelen.
Dan komt er beweging.

Maar zelfs dat blijkt onzeker.
Want ik hoorde van mijn voorgangers uit het netwerk:
“Dan sturen ze gewoon een taxi.”

Dan wordt ze naar huis gebracht.
Naar een leeg appartement.
Met twee zorgmomenten per dag.
Zonder vangnet.
Zonder veiligheid.
Zonder enige realiteitstoets.

Tot zover de grenzen
van wat je als mantelzorger mag weigeren.

Er wordt niets uitgesproken
over wat er waarschijnlijk zal gebeuren.
Alleen gehoopt dat het goedkomt.
En dat wij als familie inspringen.

Tot het misgaat.
En dan pas zal het systeem gaan bewegen.

Tot die tijd:
geen besluit.
geen duidelijkheid.
geen mogelijkheid tot anticiperen.

Alleen standby staan
voor iets wat je ziet aankomen
maar niet mag voorkomen.

En mijn oma?
Die belt me dagelijks of ik al iets weet.
Heeft nog steeds slapeloze nachten.
En wordt nu over 36 uur geopereerd.
Zonder enig idee
wat haar daarna te wachten staat.

We hebben geen tekort aan zorg.
We hebben een systeem dat pas beweegt als iemand struikelt.
Zolang iemand nog net “redzaam” lijkt,
schuift verantwoordelijkheid door.
Tot er geen vangnet meer is,
alleen een taxi.

Next
Next

Zorgen zonder grenzen.